Hoewel ik dol ben op Nederland en dan vooral op Utrecht me stadsie, zijn er ook een aantal dingen die gewoon veel leuker zijn in Zweden..

1. Mensen doen hun best voor een outfit in de sportschool. Eindelijk val ik niet meer uit de toon met mijn Nike sportleggings. Hier matcht elk meisje haar sportbh met haar top, zijn de neongekleurde Nike’s niet aan te slepen en zijn de leggings met kekke printjes overal te zien.

2. FIKA! Dit is een woord waarvoor ik m’n best ga doen in Nederland. Fika omschrijft de activiteit waarbij je koffie drinkt en bijvoorbeeld kanelbullar (cinnamon buns) eet. Het is tevens een werkwoord: idag fikade jag (vandaag fika’de ik). En zeg nou zelf… ‘Fika?’ klinkt toch veel beter dan ‘koffiedrinken?’

3. Het volgende heeft veel te maken met het feit dat ik op exchange ben en ik me in ‘the international bubble’ bevindt, maar het is hier veel makkelijker om mensen te leren kennen. Ik heb inmiddels de kunst van de smalltalk tot een hoger level geheven en kan met (bijna) iedereen ergens over praten. Ik maak regelmatig vrienden-voor-het-leven-voor-één-avond, waarna je na een avond bier drinken en dansen elkaar op facebook toevoegt en elkaar nooit meer ziet. Pret.

4. De taal! Met al die verschillende talen om me heen word ik me steeds bewuster van het ggggg-effect van ons geliefde Nederlands. Zweeds klinkt wat dat betreft veel vrolijker, een beetje zangerig en huppelig. Iets wat ik trouwens niet wist is dat het Zweeds ontzettend veel woorden gemeen heeft met Nederlands. Wat dacht je van nummerplåt (nummerplaat), pratar (praten), heter (heten) en het íets moeilijker nyhetsbrev (nieuwsbrief)? En dat is bara toppen på isberget (nog maar het topje van de ijsberg).

5. Kötbullar!!! Noem me een cliché, maar het feit dat ik de lekkere Ikea balletjes ook gewoon in de supermarkt om de hoek kan kopen is voor mij een groot voordeel. Ik heb zelfs lingonsås en ovenfriet gekocht zodat ik me op elk gewenst moment in m’n favoriete blauwe met gele winkel kan wanen.