Het was maandagavond. M’n kop thee was net leeg en we keken naar een random televisieprogramma. Ik hing op de bank met Sven (the corridor dog, een knuffel van de Ikea) in m’n pyjama en het leven was goed. Tot het leven nog beter werd..
Opeens stond een hele groep mensen in ski-jassen en regenbroeken in de woonkamer die vroegen of we meewilden naar ‘The Hill’. Moest ik m’n ski-kleren meenemen, vroeg ik. ‘Yes you probably should!’ was het antwoord. Dus rende ik naar m’n kamer om m’n fancy (and matchy-matchy) ski broek en jas aan te trekken. Thank god dat ik die meegenomen had! Muts op, handschoenen aan, en ik was ready to go. Steeds meer mensen verzamelden zich buiten en uiteindelijk begonnen we de wandeling naar ‘The Hill’ met 15 man. We waren zo’n 20 minuten aan het lopen en ik vroeg me af wanneer we die heuvel nu eindelijk tegen zouden komen. Elke keer als ik een heuvel zag vroeg ik: ‘is this the hill?’. Dan moest iedereen lachen en zeiden ze: ‘please, this is the pre-Hill’. De heuvels werden telkens groter en telkens vroeg ik me af of het al ‘The Hill’ was. ‘When you see The Hill, trust me, you know’, werd er gezegd door de Hill-veteranen. Dus liepen we verder, af en toe sneeuwballen gooiend en elkaar tackelend in de sneeuw. Tot ik ‘m zag: The Hill. Het deed niet onder voor een heus ski-gebied en ik was niet verbaasd geweest als er wat random skiërs langs zouden hebben gesjeesd. De weg naar de top was steil, maar ik kon het natuurlijk niet laten de eerste te willen zijn. Dus haalde ik rennend iedereen in en bereikte ik hijgend de top. Niemand had gelogen, ‘The Hill’ was impressive. Hoewel het mistig was en het sneeuwde was het uitzicht prachtig. Overal kleine huisjes en lichtjes en de lucht was oranje. Lichtvervuiling noemen ze dat. Deze avond was het echter geen vervuiling want het zorgde ervoor dat we elkaar prima konden zien en zelfs selfies konden nemen zonder flits (selfies are key). Al snel haalde iedereen vuilniszakken tevoorschijn en begonnen de eerste durfallen aan de keiharde tocht naar beneden. Ik kreeg ook een zak aangereikt en ging zonder te twijfelen in een noodvaart naar beneden. Sneeuw in m’n Uggs, sneeuw in m’n gezicht en sneeuw in m’n nek. Maar het was het waard. De tocht naar boven maakte het nog meer waard, want na de afdaling moest je al kruipend en glijdend weer omhoog klimmen. Belle en ik lagen na tientallen pogingen slap van het lachen in de sneeuw terwijl de geoefende Duitsers en The Hill-veteranen zonder moeite langs ons heen klommen. Uiteindelijk geraakten ook wij weer aan de top en kon het avontuur opnieuw beginnen. Overal sneeuw, maar blosjes op onze wangen.
Lucia en ik – selfie in het oranje licht
De afdaling: kiek ons goaaan